Ismael over zijn straffe job
"Toen ik startte bij Justitie was dat als PBA in Antwerpen. Dat heb ik 7 jaar gedaan en toen begon de opstart van de gevangenis in Beveren. Dat was dichterbij voor mij, dus heb ik mijn mutatie aangevraagd. Toen heb ik de kans gekregen om mee te werken aan die opstart. Dat was één van de leukste periodes uit mijn carrière. Later heb ik nog mijn examen voor niveau B gedaan en toen ik geslaagd was, ben ik benoemd tot Technisch Deskundige Bewaking. Dat betekent dat ik de leiding en eindverantwoordelijkheid heb over iedereen in uniform. Ik ben ook de schakel tussen de werkvloer en de directie. "
"Dat is een heel uitdagende job en dat vind ik er net zo leuk aan. Elke dag kom ik aan op mijn werk en ik weet nooit 100% wat de dag zal brengen. Van operationele zaken zoals de dagelijkse organisatie van de gevangenis tot personeelszaken, het is heel uiteenlopend. Ik schrijf constant alles op in een notitieboekje. Als leidinggevende ligt mijn focus wel vaak eerder bij het personeel. Dat heb ik moeten leren: hoe ik met hen moet omgaan, hoe ik hen moet aansturen en motiveren. Maar de samenwerking verloopt heel goed en als groep staan we er. "
[Lees verder onder afbeelding]
Een bezoekje brengen
"Als ik kan, ga ik soms wel eens op bezoek als de gedetineerden vrij mogen rondlopen. Sommige mensen hebben gewoon nood aan een babbel. PBA neemt die rol wel veel meer op dan ik, maar ik probeer er toch af en toe tijd voor te maken. Sommigen ken ik ook al heel lang en dan heb je toch een soort relatie ontwikkeld. Daar moet je natuurlijk mee oppassen, maar door de jaren heen heb ik geleerd om die fictieve lijn te trekken. Daardoor weten ze ook wat ze aan mij hebben. In het begin is dat veel moeilijker, ik zou zelfs durven zeggen dat dat het moeilijkste is aan de job. Dat geef ik ook altijd mee aan nieuwelingen. "
Alle kleine beetjes helpen
"Ik geloof wel dat ik in mijn job impact heb op de mensen die hier zitten. Ik ben niet naïef en ik besef ook dat ik hier de wereld niet ga verbeteren, maar uiteindelijk zijn wij hier een kleine maatschappij binnen een grotere maatschappij.
In principe komt iedereen ooit vrij en dan moet je jezelf de vraag stellen hoe je hen wil tegenkomen. En ook al is mijn aandeel misschien klein, dat is toch al iets. Ik ben al mensen op straat tegengekomen die hebben vastgezeten en als ze me dan vertellen dat het beter met hen gaat, maakt me dat enorm trots.
Ik geloof er ook sterk in dat als je normaal omgaat met de gedetineerden en hen toont hoe het anders kan, je een voorbeeld voor hen kan zijn. Want als het mij lukt, waarom zou het hen dan niet lukken?"